Jan Schenkman fantasie

Wie het was?

Een Amsterdamse onderwijzer die vele verhaaltjes bedacht en ze dan wist te verkopen als zogenaamde vrije vertalingen van waarheid bevattende overlevingsverhalen en die tot op de dag van vandaag buitengewoon populair in Nederland kon worden.

Uit wiki pedia vond ik de omschrijving:

Jan Schenkman was enig kind van molenaarknecht Gerrit Schenkman en zijn vrouw Geesje van den Bosch. Hij werd op 10 oktober Nederlands Hervormd gedoopt in de Zuiderkerk te Amsterdam. Hij trouwde 29 augustus 1832 met de dochter van een diamantslijper, Elisabeth Alida Cuke, en krijgt vier kinderen. Als weduwnaar trouwt hij nogmaals, met Anna Maria Elisabeth Endters, en laat bij zijn dood 8 kinderen achter. Schenkman was tot 1849 onderwijzer aan een particuliere school op de Anjeliersgracht. Hij was een prominent lid van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.

Hij heeft het moderne sinterklaasfeest voor het eerst in een samenhangend verhaal in prentenboek weergegeven. In zijn boekje Sint Nikolaas en zijn knecht (Amsterdam, 1850 en herdrukken tot in 1907) verwerkte hij bekende elementen als het paard, het rijden over de daken, het schenken van cadeaus of een roe via de schoorsteen en Sints komst uit Spanje. Hij voerde echter ook nieuwe elementen in: de stoomboot waarmee Sint-Nicolaas in Amsterdam aankomt en de zwarte page – waar vervolgens de figuur van Zwarte Piet uit is ontstaan – als hulpje van de Sint. Schenkman schreef daarin de tekst van het sinterklaaslied Zie ginds komt de stoomboot dat later op de melodie is gezet van Im Märzen der Bauer.

Jan Schenkman publiceerde zijn teksten via twee uitgevers; G. Theod. Bom was de uitgever voor zijn respectabele werk, zoals zijn kinderboeken, en J.A. Schuurmans was de uitgever voor zijn kluchtige en pikante, soms ook antisemitische werk.

Toch bleek hij niet zo onschuldig te zijn voor Nederland. Door zijn commerciële  gedachtegang kon bij mensen jaren lang zeer foute voorbeelden voorspiegelen. En zelfs veel volwassen mensen gingen  in zijn kolder geloven. Ze gingen het zelfs beschouwen als een werkelijk heilig feest waarin niets meer mocht veranderen. En dit is zelfs tot op de dag van vandaag. Mensen waren immers (vooral na WO2 massaal van hun geloof in de punt of bolvormige kerkgebouwen gevallen met daarbij het vaak zeer ongenuanceerde geloof in paters, priesters, dominees, pauzen of andere religieuzen die vanuit de hoogte ook vaak de grootste onzin via hun zogeheten voorgangers hadden weten te verkopen. In 1x dan helemaal niets meer gaan geloven, bleek voor de vele voormalige kerkgebouwen bezoekers teveel. 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb